Nieuwe Omgevingswet: Flexibiliteit of Strakke Regels?
De gemeenteraad debatteerde over de invoering van de Omgevingswet. De centrale vraag: kiezen we voor strikte regelgeving of geven we ruimte aan flexibiliteit en maatwerk? De meningen zijn verdeeld, maar één ding is zeker: de wet vraagt om een cultuurverandering.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
In een levendig debat besprak de gemeenteraad de aankomende Omgevingswet, die de regels voor de fysieke leefomgeving bundelt. De wet, die in juli van kracht wordt, biedt gemeenten de mogelijkheid om hun eigen koers te bepalen. "Gaan we voor strikte regels of kiezen we voor flexibiliteit?" vroeg de heer Dekkerma, voorzitter van de werkgroep Omgevingswet.De fractie van de ChristenUnie pleitte voor flexibiliteit en snelheid in besluitvorming. "Initiatiefnemers moeten snel weten waar ze aan toe zijn," aldus de heer Van der Tol. Het CDA sloot zich hierbij aan en benadrukte het belang van participatie. "Inwoners moeten proactief de buurt meenemen in hun plannen," stelde de heer Sietsma.
De VVD sprak zich uit voor minder regelgeving en meer ruimte voor initiatiefnemers. "We moeten vertrouwen hebben in het college en de ambtenaren," zei de heer Visser. De Partij van de Arbeid was kritischer. "We zijn niet blij met de Omgevingswet. In Nieuw-Zeeland hebben ze het uiteindelijk overboord gegooid," waarschuwde de heer Lammering.
Wethouder Hanemaijer erkende de uitdagingen. "Het is een grote operatie en we zullen fouten maken, maar de organisatie bereidt zich goed voor," verzekerde ze. De wethouder benadrukte dat participatie een vereiste is en dat er een participatiekader in februari aan de raad wordt voorgelegd.
De discussie maakte duidelijk dat de Omgevingswet niet alleen een juridische verandering is, maar ook een verandering in denken en doen vereist. "Het is een leerproces voor ons allemaal," concludeerde de heer Braaksma van Gemeentebelangen. De raad zal de komende tijd verder moeten praten over de invulling van de wet en de balans tussen regels en ruimte.