- J.H. Lammering - PvdA
- K. de Jager - ChristenUnie Noardeast-Fryslân
Gemeente Noardeast-Fryslân Debatteert over Kapitaalgoederenbeheer
De gemeenteraad van Noardeast-Fryslân heeft op 12 mei gedebatteerd over de vaststelling van de Nota Kapitaalgoederen. Deze nota, die elke vijf jaar moet worden geactualiseerd, omvat het beheer van wegen, groen, gebouwen, kunstwerken, waterlopen en straatverlichting. Vanwege de financiële positie van de gemeente wordt voorgesteld om het onderhoudsniveau voor wegen en groen op een laag niveau vast te stellen. Het debat leidde tot een levendige discussie over de financiële en maatschappelijke implicaties van deze keuzes.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens het debat benadrukte de heer De Jager van de ChristenUnie het belang van een gedegen inventarisatie van de gemeentelijke eigendommen. "Het is een hele klus geweest om alles in kaart te brengen," aldus De Jager. Hij uitte zijn zorgen over de financiële consequenties van het voorstel en vroeg zich af of de gemeente niet te veel risico's neemt met een laag onderhoudsniveau.De heer Klaver van het CDA wees op de noodzaak van keuzes maken. "We houden meer geld uit dan we binnenkrijgen," stelde hij. Klaver pleitte voor een onderzoek naar de mogelijkheden om kosten te besparen, bijvoorbeeld door privatisering van groenonderhoud. "Misschien kunnen we daar wat mee," suggereerde hij.
De VVD, vertegenwoordigd door de heer Van der Aar, toonde zich niet verrast door de financiële omvang van het kapitaalgoederenbeheer. "We hadden al niet al te veel vertrouwen in de quickscan die gemaakt is voor de herindeling," zei Van der Aar. Hij pleitte voor een stappenplan om geleidelijk naar het basisniveau van onderhoud te gaan.
De lokale partij ELP, vertegenwoordigd door de heer Talsma, uitte stevige kritiek op het verleden. "Deze situatie is een direct gevolg van wanbeheer," stelde Talsma. Hij riep op tot politieke verantwoordelijkheid en stelde voor om te bezuinigen binnen de gemeentelijke organisatie zelf.
Mevrouw Klinkenberg van Actief Links Lokaal benadrukte het belang van een lange termijnvisie. "Het is verleidelijk om op korte termijn te besparen, maar dat kan kapitaalvernietiging tot gevolg hebben," waarschuwde ze. Ze pleitte voor een duurzaam en toekomstbestendig beheer van de openbare ruimte.
De PvdA, vertegenwoordigd door de heer Lammering, riep op tot een positieve benadering en het benutten van subsidiemogelijkheden voor vergroening. "Laten we de negativiteit ombuigen naar een stukje positiviteit," stelde Lammering.
Wethouder Berends reageerde op de zorgen en suggesties vanuit de raad. Hij benadrukte dat een laag onderhoudsniveau niet automatisch leidt tot kapitaalvernietiging of onveilige situaties. "We waken ervoor dat veiligheid in het geding komt," verzekerde hij. Berends nodigde de raadsleden uit om in september een kijkje te nemen bij de uitvoering van het kapitaalgoederenbeheer.
Het debat maakte duidelijk dat de gemeenteraad voor een grote uitdaging staat om de balans te vinden tussen financiële haalbaarheid en het behoud van een leefbare en veilige openbare ruimte. De uiteindelijke keuzes zullen worden meegenomen in de perspectiefnota, die later dit jaar wordt behandeld.
Samenvatting van het voorstel
Het raadsvoorstel van de gemeente Noardeast-Fryslân betreft de vaststelling van de Nota Kapitaalgoederen, die het beheer van wegen, groen, gebouwen, kunstwerken, waterlopen en straatverlichting omvat. De gemeente heeft momenteel geen actueel beleidsplan voor het beheer van kapitaalgoederen, wat wettelijk verplicht is. De nota moet elke vijf jaar worden geactualiseerd. De raad wordt gevraagd om het onderhoudsniveau voor wegen en groen op een laag niveau vast te stellen, en voor gebouwen op conditiescore 4, vanwege de financiële positie van de gemeente. Voor kunstwerken, straatverlichting en baggeren wordt een instandhoudingsniveau gehanteerd. De financiële consequenties van deze keuzes worden verwerkt in de begroting van 2022. Er wordt ook gekeken naar mogelijkheden om kosten te verlagen door bijvoorbeeld het afstoten of omvormen van areaal. Het debat op 12 mei kan leiden tot aanpassingen in de definitieve nota. Na vaststelling van de nota worden de dorpsbelangen, wijkraden, inwoners en andere stakeholders geïnformeerd over de gevolgen voor de openbare ruimte.