"Raadsdebat over Sociaal Domein: Participatiewet en Jeugdzorg onder de loep"

In een recent raadsdebat werden de uitdagingen en successen binnen het sociaal domein besproken. De focus lag op de Participatiewet en jeugdzorg, waarbij raadsleden en experts hun zorgen en hoop uitspraken.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de vergadering presenteerde Erwin Broos van het team Beleid Sociaal Domein de voortgang en uitdagingen van de Participatiewet. "We willen een sluitende aanpak realiseren rondom kwetsbare jongeren," benadrukte Broos. Hij legde uit dat de wet is ontworpen om mensen met en zonder arbeidsbeperkingen aan het werk te helpen bij reguliere werkgevers. Sinds de invoering van de wet in 2015 zijn er aanzienlijke stappen gezet, zoals de daling van het aantal uitkeringen met bijna 200 en een uitstroom van 50% naar banen.

Toch zijn er uitdagingen. Het budget van het Rijk daalt, wat druk legt op organisaties zoals NEF, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. "Als we niet meer geld krijgen, moeten we mogelijk zaken afbouwen," waarschuwde Broos. De raadsleden uitten hun zorgen over de financiële houdbaarheid en de noodzaak voor meer samenwerking met werkgevers.

In het tweede deel van de vergadering presenteerde Martin Hijink van het gebiedsteam de werkwijze en uitdagingen binnen de jeugdzorg. Hijink benadrukte het belang van samenwerking met verschillende instanties en de noodzaak voor preventief werk. "We willen meer preventief werken, maar komen daar nu niet aan toe door de hoge vraag naar directe hulpverlening," gaf Hijink aan.

De discussie over jeugdzorg bracht ook de problematiek van wachtlijsten naar voren. Hoewel exacte cijfers ontbraken, werd duidelijk dat er aanzienlijke wachttijden zijn voor gespecialiseerde hulp. "Bij sommige instellingen is de wachtlijst minimaal zes maanden," merkte een raadslid op, wat de urgentie van het probleem onderstreepte.

Het debat maakte duidelijk dat er binnen het sociaal domein zowel successen als uitdagingen zijn. De raadsleden en experts benadrukten de noodzaak voor voortdurende monitoring en aanpassing van beleid om de effectiviteit en duurzaamheid van de sociale voorzieningen te waarborgen.