Analyse van het document
Titel en Samenvatting:
Het voorstel betreft de "Begroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024 van de Marrekrite". De gemeente Noardeast-Fryslân wordt gevraagd een zienswijze te geven op de begroting van Recreatieschap Marrekrite. Dit schap beheert recreatieve voorzieningen zoals ligplaatsen, afvalverwerking en knooppuntennetwerken voor fietsen en wandelen in Fryslân. De raad moet kennisnemen van de begroting en instemmen met het verzenden van een zienswijze. De jaarrekening 2019 toont een positief resultaat, mede door grondverkoop. De bijdragen voor 2021 blijven gelijk aan 2020, maar stijgende kosten vereisen een indexatie van 2% vanaf 2022.
Volledigheid van het Voorstel:
Het voorstel is redelijk volledig, maar mist specifieke meetbare doelen binnen de programma's. Er wordt geadviseerd om deze doelen meetbaarder te maken.
Rol van de Raad:
De raad moet kennisnemen van de begroting en de jaarrekening en instemmen met het verzenden van de zienswijze.
Politieke Keuzes:
De raad moet beslissen of ze akkoord gaan met de voorgestelde begroting en de bijbehorende financiële bijdragen, en of ze de zienswijze willen verzenden.
SMART en Inconsistenties:
Het voorstel is niet volledig SMART, aangezien de doelen niet specifiek en meetbaar zijn. Er zijn geen duidelijke inconsistenties, maar er is ruimte voor verbetering in de meetbaarheid van de doelen.
Besluit van de Raad:
De raad moet besluiten om kennis te nemen van de begroting en de jaarrekening en in te stemmen met het verzenden van de zienswijze.
Participatie:
Er wordt geen specifieke participatie van burgers of andere stakeholders genoemd in het voorstel.
Duurzaamheid:
Duurzaamheid wordt niet expliciet genoemd, maar het beheer van recreatieve voorzieningen kan indirect bijdragen aan duurzame recreatie en toerisme.
Financiële Gevolgen:
De financiële gevolgen zijn duidelijk uiteengezet. De gemeente betaalt specifieke bedragen voor verschillende recreatieonderdelen. De kostenstijgingen worden deels opgevangen door een indexatie van 2% vanaf 2022. De dekking van deze kosten is impliciet, aangezien de bijdragen voor 2021 gelijk blijven aan 2020.