Gemeenteraad Noardeast-Fryslân wil huishoudelijke hulp uit Wmo halen
De gemeenteraad van Noardeast-Fryslân heeft een motie aangenomen om huishoudelijke ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) te halen en als algemeen gebruikelijke voorziening aan te merken. Dit moet leiden tot kostenbesparing en een eerlijkere verdeling van middelen.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
Tijdens de raadsvergadering van 19 november 2020 werd een motie besproken die huishoudelijke ondersteuning uit de Wmo wil halen. De motie, ingediend door L. Vellinga-Zeilstra van de ChristenUnie en gesteund door CDA, PvdA, GROEN nof en GBNF, werd met 22 stemmen voor en 5 tegen aangenomen. Het voorstel roept op om samen met andere Friese gemeenten in gesprek te gaan met het Rijk en de Tweede Kamer om de financiële middelen over te hevelen naar de bijzondere bijstand.De indieners van de motie stellen dat het huidige systeem, mede door het abonnementstarief van de Wmo, leidt tot stijgende kosten in het sociaal domein. "We willen graag meer grip op de uitgaven," aldus Vellinga-Zeilstra. Door huishoudelijke hulp als algemeen gebruikelijke voorziening te beschouwen, kunnen gemeenten inkomens- en vermogenstoetsen uitvoeren, wat volgens de indieners kostenbesparend kan zijn.
Niet iedereen was overtuigd van de voordelen van de motie. Mevrouw Klinkenberg uitte haar zorgen over de mogelijke gevolgen voor inwoners met een laag inkomen. "Er is een risico dat ouderen met een inkomen van 120 tot 150% van het minimumloon buiten de boot vallen," waarschuwde ze. Ze benadrukte dat huishoudelijke hulp onder permanente steun valt en dat de bijzondere bijstand daar niet voor is bedoeld.
De heer Lammering sprak zijn dank uit aan de ChristenUnie voor de motie en gaf aan dat zijn partij, samen met de PvdA, overtuigd was van de noodzaak ervan. "U heeft ons met goede redenen kunnen overtuigen," zei hij.
Wethouder De Vries noemde de motie "hartstikke sympathiek" en benadrukte het belang van kostenbeheersing binnen het sociaal domein. Hij gaf aan dat de gemeente graag wil leren van andere gemeenten en dat er een oproep is om de lobby richting Den Haag voort te zetten.
Ondanks de zorgen van enkele raadsleden, werd de motie aangenomen. De VVD en enkele andere fracties stemden tegen, met als reden dat de landelijke politiek niet voor inkomensafhankelijke maatregelen is. Mevrouw Klinkenberg gaf aan dat ze de relatie tussen de bijzondere bijstand en de Wmo niet wettelijk vond en stemde daarom tegen.
Met de aangenomen motie zet de gemeenteraad van Noardeast-Fryslân een belangrijke stap richting een herziening van de financiering van huishoudelijke hulp, in de hoop op een eerlijker en efficiënter systeem.
Samenvatting van het voorstel
De gemeenteraad van Noardeast-Fryslân heeft op 19 november 2020 een motie aangenomen over huishoudelijke ondersteuning binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De raad constateert dat de uitgaven in het sociaal domein toenemen, mede door het abonnementstarief van de Wmo, en dat gemeenten geen inkomens- of vermogenstoets kunnen uitvoeren. De motie stelt dat huishoudelijke ondersteuning als algemeen gebruikelijke voorziening moet worden aangemerkt en uit de Wmo gehaald moet worden. Het college wordt verzocht om samen met andere Friese gemeenten in gesprek te gaan met het Rijk en de Tweede Kamer om dit te realiseren en de financiële middelen over te hevelen naar de bijzondere bijstand. De motie is ingediend door L. Vellinga-Zeilstra (ChristenUnie) en medeondertekend door CDA, PvdA, GROEN nof en GBNF, en is aangenomen met 22 stemmen voor en 5 tegen.